donderdag 22 februari 2018 / De Groene /

Krant en tijdschrift / in de Groene Amsterdammer

Recensie over Bachir in Wonderland

Een stukje uit de recensie van Walter van der Kooi in de Groene: Mensjesrechten gaat over en voor kinderen en hun rechten (wat vaak natuurlijk betekent dat hen die rechten niet of te weinig worden toegekend). Elke film eindigt met in beeld een van de 54 artikelen die de VN vastlegde, als zijnde Rechten van het Kind. Soms lijkt het artikel een beetje vastgespeld aan de film die we net zagen; soms vormt het exact het hart van het vertoonde.

 

Bachir (Bachir in Wonderland) is introvert, wat nog versterkt wordt doordat hij geen taal behalve de zijne spreekt en het in zijn hartelijke Catalaanse gastgezin zonder woorden moet redden. Rode draad in de docu is dat zijn ouders door de Marokkaanse inval zijn verdreven van de Afrikaanse westkust naar een plek midden in de Algerijnse woestijn, waar het ’s zomers 50 graden wordt. Van de zee naar het zand, waardoor hij en zijn vriendjes nooit water hebben gezien, behalve het veel te weinige drinkwater dat aangevoerd wordt in het kamp. De film heeft soms iets gekunstelds: in gesprekjes voor de camera wordt het gelukkige verleden doorgenomen, toen in tentjes bij de zee werd gebivakkeerd. En hij krijgt zwemles in het zand. Maar er zitten mooie passages in. Geweldig is een telefoongesprek met mama die bijna als eerste vraagt of hij gedoucht heeft, want dat is voor haar pas Wonderland. Of hij zich daarbij niet verbrand heeft. En ja, Bachir gaat bij Barcelona de ongelofelijke zee in. Vissen kunnen overal heen, zegt hij, onder water zijn geen grenzen. Zelf is hij staatloos en komt, behalve voor deze reis geen grens over. Waarom wil hij agent worden? Om te vechten voor zijn volk, net als papa, kort tevoren overleden, heeft gedaan. Die kans lijkt nog kleiner dan die van Miruna. Miruna wil law and order, Bachir de Marokkanen verdrijven.