dinsdag 3 april 2012 / Nrc Next /

Staatloos

Een staatloze is nergens thuis,

“Midden in de nacht werd ik door de vreemdelingenpolitie van mijn bed gelicht. Ik kon geen paspoort laten zien, en dus werd ik opgepakt en drie maanden opgesloten. Ik woon al sinds mijn 8ste met mijn familie in Nederland. Wij vluchtten voor de oorlog in Joegoslavië; als Roma hadden wij ook daar geen papieren en toch wordt mij al 23 jaar door de IND gevraagd wat mijn vaderland is. Nu ben ik weer met uitzetting bedreigd, maar waar naartoe?” Tanislav is staatloos. Hij durft de straat niet meer op zit al weken binnen bij zijn familie.

 

Staatloosheid
Als staatloze ben je nergens thuis, voor de wet besta je niet. Staatloosheid gaat verder dan illegaliteit: niet alleen op bijvoorbeeld Nederlands grondgebied ben je illegaal; nergens op de wereld heb je het recht op verblijf. Illegaliteit is misschien een keuze. Staatloosheid (bijna) nooit. Laura van Waas, senior onderzoeker en manager van het ‘statelessness programme’ van de Universiteit van Tilburg: “Bij velen bestaat het misverstand dat staatlozen hun paspoort door het toilet spoelen, maar zij hebben juist nooit een paspoort gehad, of het is ze afgenomen. Zij zouden dolgraag terug willen naar het land van herkomst, maar het land van herkomst wil dat niet.”

 

Zoals Tanislav zijn er meer dan 12 miljoen mensen wereldwijd die niet vrij kunnen reizen, werken en stemmen en die geen toegang hebben tot onderwijs en gezondheidszorg. Zelfs het sluiten van een huwelijk of het houden van een begrafenis is voor staatlozen vaak onmogelijk.

Als je geen burgerschap hebt blijven alle deuren gesloten. “Als staatloze ben je niets meer dan de naakte mens, ” schreef Hannah Arendt, filosofe en misschien wel een van de bekendste staatlozen. “Het rampzalige voor de staatlozen is niet dat ze beroofd worden van het leven, de vrijheid en het nastreven van geluk, [...] maar dat ze niet langer tot welke gemeenschap ook behoren […] Niet dat ze niet gelijk zijn voor de wet, maar dat voor hen geen wet bestaat; niet dat ze verdrukt worden, maar dat niemand er zelfs maar op uit is hen te onderdrukken.”

 

Onzichtbaar
Waarom hoort niemand ooit over die staatlozen? Verhalen van illegalen en vluchtelingen lees je regelmatig in de krant. Ter vergelijking: volgens de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR zijn er wereldwijd 15 miljoen erkende vluchtelingen tegenover meer dan 12 miljoen staatlozen. Wij vonden het hoog tijd wel over staatloosheid te schrijven, niet omdat er net een rapport is verschenen of omdat een politicus er iets over zegt. Maar omdat staatloosheid gaat over een hele grote groep mensen en over thema’s die ons allemaal, juist de mensen mét burgerschap, aangaan.

 

Bij elke stap die je in deze wereld wilt zetten heb je een identiteisbewijs nodig: het opgeven van een adres, het kunnen afsluiten van een telefoon abonnement, de inschrijving bij een studie, het aanwezig mogen zijn op straat. Hoe moet je overleven als je dat bewijs niet hebt? “Ik probeer niet gezien te worden, want ik kan ieder moment weer worden opgepakt,” vertelt Tanislav, “Ik mag hier feitelijk niet zijn. Ik kan niet legaal werken maar heb ook geen recht op een uitkering.”

 

Hoe meer wij ons in het onderwerp verdiepten, en hoe meer staatlozen wij spraken, hoe meer wij ons realiseren hoe belangrijk dat paspoort eigenlijk is. Mensen zonder nummer zijn dus eigenlijk geen mens. Het is onwaarschijnlijk dat zoiets basaals als een bewijs van je bestaan niet aan iedereen toekomt. On-menselijk, letterlijk. Mila van Buurik, woordvoerder van Roma-organisatie Triana zei het heel treffend: “Zelfs een huisdier heeft een paspoort.”

 

Natiestaat/historisch perspectief
Staatlozen hebben geen burgerschap, maar wat houdt burgerschap nou in? Burger ben je van een natiestaat, en die natiestaat geeft jou ruimte om je te ontwikkelen (scholing, werk), en beschermt je: tegen vijanden van buitenaf, tegen armoede en ziekte. Als burger geef je daar iets voor terug: je betaalt belasting, je ‘doet mee in de samenleving’.

Die natiestaat is als politieke structuur nog helemaal niet zo oud. Nederland bestaat als natiestaat nog geen 200 jaar. Met de opkomst van de natiestaat ontstond ook het idee van burgerschap. De soevereiniteit van de staat geeft hem macht te bepalen wie lid mag worden en dus burgerschap krijgt. Een van de eerste, en meest bekende, groepen staatlozen zijn de joden. Hun burgerschap werd al in 1935 door Hitler afgenomen en de overlevenden hadden na de tweede wereldoorlog nergens een thuis.

 

Verdragen
Ondanks de soevereiniteit van natiestaten, wordt er op internationaal niveau wel iets ondernomen tegen staatloosheid. Bij oprichting van de UNHCR in 1950 kreeg de organisatie twee mandaten: zorg te dragen voor vluchtelingen én staatlozen. Er werden bovendien twee verdragen opgesteld: de eerste uit 1954 erkende staatloosheid als probleem en het tweede verdrag, van 1961, beschreef de noodzaak staatloosheid te beperken en te voorkomen.. Bovendien stelt de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens dat een ieder recht heeft op een nationaliteit.

 

Zo’n internationaal verdrag heeft alleen de macht niet een staat te verplichten om staatlozen burger te maken. Wat betekent zo’n verdrag dan nog? Marieke Borren, politiek filosoof en bezig met onderzoek naar illegaliteit en burgerschap, vertelt hoe Hannah Arendt de verhouding tussen de mensenrechtenverklaringen en de natiestaat als een onoplosbaar probleem zag: “Arendt liet in 1951 al zien dat mensenrechten alleen door burgerrechten beschermd worden. Burgerrechten gelden op hun beurt alleen voor mensen die in het land van hun gebooorte zijn of anders wel uit ouders geboren zijn die burgerschap hebben van dat land.” Heel pessimistisch gezien heb je dus zonder burgerrechten vrij weinig aan die Universele verklaring van de Rechten van de Mens.

 

Oorzaken van staatloosheid
In het geval van de Joden besloot de staat hun burgerschap te ontnemen op basis van hun etniciteit. Dit is ook vandaag de dag een van de belangrijkste oorzaken van staatoosheid. Zo speelt dit bij de hilltribes in het noorden van Thailand. De Thaise regering sluit verschillende etnische groepen uit van burgerschap, terwijl ze vaak al generaties op Thais grondgebied leven.

 

Laura van Waas noemt een andere, veel voorkomende oorzaak van staatloosheid: “Door het uiteenvallen van staten en vorming van nieuwe staten raken veel mensen hun burgerschap kwijt, zoals gebeurde met sommige mensen na het einde van de Sovjet-Unie en Joegoslavië.” Het was onduidelijk bij welke nieuwe staat zij hoorden, en soms is er tot op de dag van vandaag geen enkel land dat verantwoordelijkheid voor hen neemt.

 

Veel landen in het Midden Oosten en Noord Afrika kennen een beperkende nationaliteitswetgeving. Zo kan in Libanon alleen een vader de nationaliteit aan zijn kind doorgeven. Libanese alleenstaande moeders, of Libanese vrouwen getrouwd met een buitenlander, brengen dus staatloze kinderen op de wereld in hun eigen land.

Ook kun je staatloos worden door simpelweg bureaucratische problemen of juridische tegenstrijdigheden. Sommige mensen weten niet dat ze hun kinderen moet registreren bij geboorte omdat ze anders de kans op burgerschap mislopen. Of, twee staten zeggen allebei dat de ander verantwoordelijk is voor een bepaald persoon en geen van beide neemt een beslissing.

 

Bloed versus grond
Staatloosheid is een groeiend probleem, want zo lang staatloze ouders geen burgerschap door kunnen geven aan hun nieuwgeboren kinderen komen er steeds meer bij. In Europa gebeurt het omdat nationaliteit meestal bepaald wordt door de nationaliteit van de ouders, via het bloed. In de Verenigde Staten is de nationaliteitswetgeving anders geregeld. Daar krijgt iedereen die er geboren is de Amerikaanse nationaliteit, via de grond. Van Waas: “Je ziet dan ook dat staatloosheid daar nauwelijks voorkomt, of alleen in de eerste generatie.” Dat betekent niet dat we in Europa het Amerikaanse systeem van nationaliteitsoverdracht moeten overnemen om staatloosheid tegen te gaan, volgens Van Waas: “Er bestaan voldoende argumenten om het huidige systeem te behouden en niet iedereen die hier geboren wordt de nationaliteit te geven. Het probleem is het gebrek aan procedures om staatloosheid te erkennen en staatlozen burgerschap te geven.”

 

Oplossingen
Hoe komt het dan dat de UNHCR, die al bij oprichting een mandaat kreeg voor vluchtelingen en staatlozen, voor die staatlozen nog zo weinig heeft betekend? “De UNHCR besteedt ongeveer al haar geld en tijd aan vluchtelingen, die een directe noodsituatie kennen en daardoor veel zichtbaarder zijn. Staatlozen zijn zelfs voor de UNHCR onzichtbaar en onvindbaar,” licht Laura van Waas toe.

 

De UNHCR heeft inmiddels een apart budget voor staatloosheid en had in 2010 en 2011 het doel om het thema hoog op de agenda te krijgen. In veel landen werden onderzoeken opgezet om staatloosheid in kaart te brengen. Ook wordt er door verschillende staten gelobby’t om het probleem op de agenda te krijgen. Zo hebben de Verenigde Staten, Verenigd Koninkrijk en de VN de regering in Koeweit ‘wakker geschud’. Vrouwen kunnen in Koeweit nationaliteit niet doorgeven én een hele etnische minderheid is staatloos. Het resultaat is dat het debat op hoog politiek niveau gevoerd wordt en de intentie bestaat om de nationaliteitswetgeving aan te passen. Laura van Waas heeft goede hoop voor de toekomst: “Vergeleken met twee jaar geleden is er al veel meer bekendheid bij overheden en rechtsorganen over staatloosheid. Daar zijn we blij mee. Maar nu wordt het tijd dat natiestaten hun verantwoordelijkheid nemen en hun afspraken nakomen.”

 

Voor Citizens of Nowhere reisden Els Duran en Evelien Vehof naar verschillende landen om te onderzoeken hoe staatlozen kunnen overleven in een wereld waarin een nationaliteit zo onmisbaar is. Hoe voelen ze zich verbonden met het land waarin ze wonen? Wat zijn hun kansen in een staat die hun bestaan ontkent? Ze hebben in totaal zo’n vijftig mensen geïnterviewd in zes landen: Hongarije, Slowakije, Letland, Libanon, Nederland en Thailand. In de aankomende weken zal er uit ieder land een staatloze aan het woord komen in nrc.next.